Met de winterklok die afgelopen weekend is ingegaan, valt het donker eerder in, wat betekent dat fietsers minder goed zichtbaar zijn. Daarom is het juist nu belangrijk om fietsverlichting te gebruiken zodra het zicht beperkt wordt. Het niet naleven van deze regel kan bovendien resulteren in een boete. Een eenvoudige vuistregel voor de avond: als de straatverlichting aan is, moet uw fietsverlichting ook aanstaan.
Regels voor fietsverlichting
De wetgeving omtrent fietsverlichting is helder en kan als volgt worden samengevat:
- De voorlamp moet wit of geel zijn en de achterlamp rood.
- Het licht moet recht vooruit of recht achteruit schijnen.
- De verlichting mag andere weggebruikers niet verblinden.
- Er mag niets voor de lampen hangen dat hun zichtbaarheid beperkt.
- Knipperende verlichting is niet toegestaan.
- Bij fietsen met twee voorwielen moeten er twee voorlampen in wit of geel worden geplaatst, symmetrisch vanuit het midden.
- Extra verlichting, zoals verlichting in de spaken, is niet toegestaan.
Vaste Fietsverlichting
Hoewel losse fietslampjes zijn toegestaan, biedt vaste fietsverlichting diverse voordelen. Het zorgt ervoor dat u altijd verlichting bij u hebt zonder dat u eraan hoeft te denken deze mee te nemen. Bovendien zijn vaste lampen doorgaans robuuster en bestand tegen verschillende weersomstandigheden. Let er wel op dat uw vaste verlichting correct is afgesteld en functioneert.
Losse Fietslampjes
Als u kiest voor losse fietslampjes, dan kunnen deze ook aan uw kleding of tas bevestigd worden, maar alleen op het bovenlichaam. Het is niet toegestaan om lampjes aan het hoofd, de armen of de benen te dragen, om verblinding of afleiding van andere weggebruikers te voorkomen.